Wat is het verschil tussen hardhout en zachthout voor de haard?
Hardhout en zachthout verschillen fundamenteel in eigenschappen die bepalend zijn voor hun kwaliteit als haardhout.
Hardhout komt van loofbomen zoals eik, beuk en es. Het kenmerkt zich door een hogere dichtheid, wat resulteert in een langere brandtijd en meer warmteafgifte. Door deze dichtheid is hardhout compacter en zwaarder per volume-eenheid. Bij verbranding levert hardhout over het algemeen meer energie (calorische waarde) en brandt het met een rustigere, constantere vlam. Het vormt mooie, langdurige gloeiende kolen die lang warmte blijven afgeven. Hoewel de aanschafprijs hoger ligt, is hardhout vaak kosteneffectiever door de langere brandtijd.
Zachthout is afkomstig van naaldbomen zoals den, spar en lariks. Het heeft een lagere dichtheid en bevat vaak meer hars. Zachthout ontbrandt sneller en produceert een fellere, levendigere vlam, maar brandt ook significant sneller op. Het geeft een kortere maar intensere hitte af. Door het hogere harsgehalte kan zachthout meer vonken, knappen en creosootvorming veroorzaken. Dit laatste is een teerachtige substantie die zich kan ophopen in de schoorsteen, wat het risico op schoorsteenbrand verhoogt als de schoorsteen niet regelmatig wordt geveegd.
Voor optimale stookresultaten is een combinatie vaak ideaal: zachthout voor het aanmaken en snelle warmte, gevolgd door hardhout voor langdurige, gelijkmatige warmte. Let bij beide houtsoorten op een juist vochtgehalte (onder 20%) voor efficiënte verbranding.